Als je op zoek bent naar brood voor het ontbijt, dan is mijn andere broodrecept misschien meer geschikt. Of wellicht zelfs mijn recept voor bananenbrood.
Dit brood is erg lekker bij het diner, of met een stukje kaas en een wijntje. Maar het mag uiteraard ook best bij het ontbijt of de lunch, als je dat wilt. 🙂
Ook dit is weer een eigen recept waar ik erg trots op ben. (En ook dit recept mag je op je eigen blog overnemen als je wilt, mits je er de bron bij vermeldt.)
Nodig:
- 350 gram bloem
- 5½ gram gist (geen bakpoeder!)
- 0,2 liter water
- 5 gram zout
- 20 gram olijfolie
- 1 flinke theelepel rozemarijn
- ½-1 theelepel knoflookpoeder (of een geperst teentje verse knoflook, uiteraard)
- 8-10 zwarte olijven zonder pit
Ter voorbereiding:
Meng een dag van tevoren de olijfolie, de rozemarijn en de knoflook in een afsluitbaar potje. Zo hebben de smaken de tijd om zich te mengen. Schud het potje af en toe.
Let op: ik gebruik 20 gram olie. Dit is omdat ik mijn andere broodrecept als basis heb gebruikt, en daarin (onder andere) 20 gram boter heb vervangen door 20 gram olie. Ik heb nooit de moeite gedaan om te meten hoeveel mililiter dat is.
Het is lekker om een wat meer volkoren bloem te gebruiken (type 65 of hoger).
Ik gebruik 5½ gram gist, omdat dat de inhoud is van de zakjes gist die ik bij de supermarkt koop. Mocht je zakjes hebben van 5 of 6 gram, gebruik dan dat, en als er 10 gram in een zakje zit, neem dan de helft, zodat je een volgende keer de andere helft kunt gebruiken. De hoeveelheid gist komt niet heel precies: met wat meer gist wordt het brood wat luchtiger, en met wat minder gist wordt het brood wat minder luchtig.
Zorg eerst voor een schoon werkblad. Het deeg moet straks gekneed worden, dus er mag geen vuiltje op het werkblad zitten. Maak het eerst schoon met een schoonmaakmiddel voor de keuken, en spoel het dan goed af met water om te voorkomen dat je brood straks naar schoonmaakmiddel smaakt.
Zeef de bloem om te voorkomen dat er klontjes in zitten. Roer dan de bloem, de gist en het zout door elkaar in een grote kom; doe dit voorzichtig, want droge bloem stuift heel makkelijk.
Roer vervolgens ook het water erdoor. Ik heb mineraalwater gebruikt, omdat in Frankrijk (waar ik woon) het kraanwater nogal naar chloor smaakt; dit is echter niet noodzakelijk.
Wanneer het deeg te dik wordt om te roeren, kan ook het olie-knoflook-rozemarijn-mengsel bij het deeg.
Nu is het tijd om je handen te wassen (met geurloze zeep) en te gaan kneden. Knijp alle ingrediënten in de kom door elkaar, en zorg dat er zo min mogelijk aan de binnenkant van de kom blijft plakken.
Als alle ingrediënten goed gemengd zijn, is het moment aangebroken om het deeg uit de kom over te hevelen naar het werkblad.
Kneed hier het deeg door het uit te drukken tot een dunne plak, die plak vervolgens 1 of 2 keer dubbel te vouwen, en dat telkens te herhalen. Ga hiermee door totdat het deeg (vrijwel) niet meer plakt; dit kan gerust 10-15 minuten duren.
Je hebt nu een mooie klont egaal en elastisch deeg.
Maak een bol van het deeg, en leg deze bol terug in de kom.
Dek de kom af met een vochtige theedoek (even onder de warme kraan, en dan uitwringen), en laat het deeg een uur rijzen. Zet de kom hiervoor op een warme plek — ± 20°C — maar niet in de zon (hierdoor zou de buitenkant uitdrogen).
Probeer jezelf ervan te weerhouden om tijdens dit uur de doek op te tillen om in de kom te kijken.
Snijd tijdens het rijzen van het deeg de olijven alvast in stukjes of ringetjes.
Leg ook de bakplaat van de oven alvast klaar, bedekt met een stuk bakpapier.
Na een uur rijzen is het volume van het deeg ongeveer verdubbeld. Haal het uit de kom en kneed het opnieuw; doe dat op dezelfde manier: uitdrukken tot een plak, dan de plak dubbelvouwen, en herhalen.
De stukjes olijf mogen er ook doorheen. Het makkelijkst is het deeg uit te drukken tot een plak, de olijven hierover te verdelen, de plak dubbel te vouwen, en zo verder te kneden.
Als na een paar minuten kneden de olijven goed door het deeg verdeeld zijn, maak je een bol van het deeg (of een andere vorm als je dat liever wilt), en leg je deze op de bakplaat. Dek weer af met een vochtige theedoek, en laat nog een uur rijzen.
Laat na 45 minuten rijzen de oven alvast voorverwarmen op 200°C.
Als het brood volledig gerezen is, maak je met een heel scherp mes een paar sneden van ongeveer een centimeter diep in de bovenkant van de bol. Hiermee zorg je dat het brood mooi op die sneden openbarst wanneer het in de oven nog verder rijst.
Bak vervolgens het brood in ongeveer een half uur in het midden van de oven; in een gasoven, die alleen vanaf de onderkant verwarmt, kan de bakplaat bovenin de oven.
Vanaf 20-25 minuten kijk je af en toe even om te zien of het brood niet te hard gaat. Houd er rekening mee dat geen 2 ovens hetzelfde zijn, dus het kan best zijn dat het brood bij jou wat sneller bakt dan in mijn oven. Bovendien is de baktijd afhankelijk van hoe plat of rond de bol deeg was.
Om te controleren of het brood gaar is, prik je er in het midden een satéprikker in. Als de prikker er schoon en droog uit komt, is het brood klaar.
Laat het brood op een rooster afkoelen. (Laat brood altijd op een rooster afkoelen, om te voorkomen dat het gaat zweten en klef wordt.)
Het brood bevat geen conserveringsmiddelen, dus het moet in één of hooguit twee dagen op.
Wikkel het in een schone, droge theedoek om het zolang mogelijk vers te houden.
Snijden en invriezen kan natuurlijk ook.
Smakelijk!