Vandaag maken we kaassaus; lekker over de witlof met ham, zoals ik vanavond gedaan heb, maar ook over bloemkool, broccoli, spruitjes, of zelfs macaroni.
Nodig:
- boter
- bloem
- melk
- kaas
Het toverwoord is vandaag ‘laag vuur’; dit verbrandt makkelijk.
Smelt een flinke klont boter (40-50 gram) in een steelpannetje. Voeg hier een afgestreken eetlepel bloem aan toe, en roer het tot een egaal papje.
Voeg hier melk (iets mee dan een kwart liter) aan toe en laat het, onder voortdurend roeren, warm worden.
Voeg vervolgens, terwijl je blijft roeren, verschillende soorten kaas toe. Volg hierbij je smaak: gebruik tuinkruiden-roomkaas voor een wat frissere smaak, parmezaan voor wat meer pit, enzovoort. Ook kun je wat kruiden toevoegen, of bijvoorbeeld een scheutje witte wijn, of blokjes ham. Experimenteer tot je de ideale combinatie gevonden hebt.
Tip 1:
Koken doe je met je neus, en dat geldt zeker voor kaassaus.
Tip 2:
Kaas smelt beter als je het raspt of klein snijdt.
Tip 3:
Kaassaus koekt makkelijk aan. Als je gasten hebt, schenk de saus dan even over in een schaaltje voor je het op tafel zet; het is lullig om tegen je gasten te moeten zeggen dat ze niet over de bodem van de pan moeten schrapen.
Smakelijk!