Dit is het perfecte ontbijtbrood: lichtzoet en lekker zacht, maar nog geen cake of brioche.
Een eigen recept, waar ik erg trots op ben. (Neem het gerust over op je eigen blog, maar vermeld dan wel de bron erbij, svp.)
Nodig:
- 350 gram bloem
- 5½ gram gist (geen bakpoeder!)
- 0,2 liter melk
- 5 gram zout
- 20 gram boter
- 2-3 theelepels vloeibare honing
Ik gebruik 5½ gram gist, omdat dat de inhoud is van de zakjes gist die ik bij de supermarkt koop. Mocht je zakjes hebben van 5 of 6 gram, gebruik dan dat, en als er 10 gram in een zakje zit, neem dan de helft, zodat je een volgende keer de andere helft kunt gebruiken. De hoeveelheid gist komt niet heel precies: met wat meer gist wordt het brood wat luchtiger, en met wat minder gist wordt het brood wat minder luchtig.
De hierboven genoemde ingrediënten zijn voldoende voor een kleine cake- of broodvorm.
Zorg eerst voor een schoon werkblad. Het deeg moet straks gekneed worden, dus er mag geen vuiltje op het werkblad zitten. Maak het eerst schoon met een schoonmaakmiddel voor de keuken, en spoel het dan goed af met water om te voorkomen dat je brood straks naar schoonmaakmiddel smaakt.
Zeef de bloem om te voorkomen dat er klontjes in zitten. Roer dan de bloem, de gist en het zout door elkaar in een grote kom; doe dit voorzichtig, want droge bloem stuift heel makkelijk.
Roer vervolgens ook de melk erdoor.
Wanneer het deeg te dik wordt om te roeren, snijd je de boter aan kleine stukjes die je ook in de kom doet.
Nu is het tijd om je handen te wassen (met geurloze zeep) en te gaan kneden. Knijp alle ingrediënten in de kom door elkaar, en zorg dat er zo min mogelijk aan de binnenkant van de kom blijft plakken.
Als alle ingrediënten goed gemengd zijn, kan de honing erdoor. Hier wordt het deeg uiteraard erg plakkerig van.
Kneed de honing goed door het deeg.
Nu alle ingrediënten goed gemengd zijn, is het tijd om het deeg uit de kom over te hevelen naar het werkblad.
Kneed hier het deeg door het uit te drukken tot een dunne plak, die plak vervolgens 1 of 2 keer dubbel te vouwen, en dat telkens te herhalen. Ga hiermee door totdat het deeg (vrijwel) niet meer plakt; dit kan gerust 10-15 minuten duren.
Je hebt nu een mooie klont egaal en elastisch deeg.
Maak een bol van het deeg, en leg deze bol terug in de kom.
Dek de kom af met een vochtige theedoek (even onder de warme kraan, en dan uitwringen), en laat het deeg een uur rijzen. Zet de kom hiervoor op een warme plek — ± 20°C — maar niet in de zon (hierdoor zou de buitenkant van de bol deeg uitdrogen).
Probeer jezelf ervan te weerhouden om tijdens dit uur de doek op te tillen om in de kom te kijken.
Na een uur is het volume van het deeg zo’n beetje verdubbeld. Haal het uit de kom, en kneed het weer een paar minuten.
Druk het dan uit tot een plak die zo breed is als je bakblik lang. Rol het deeg op, en leg het met de naad naar beneden in het bakblik.
Dek het bakblik af met de theedoek, en laat opnieuw een uur rijzen.
Laat na 45 minuten rijzen de oven alvast voorverwarmen op 220°C.
Als het brood volledig gerezen is, maak je met een heel scherp mes een snede van ongeveer een centimeter diep over de hele lengte van het brood. Hiermee zorg je dat het brood mooi in het midden openbarst wanneer het in de oven nog verder rijst.
Bak vervolgens het brood in ongeveer een half uur, op een rek in het midden van de oven.
Vanaf 20-25 minuten kijk je af en toe even om te zien of het brood niet te hard gaat. Houd er rekening mee dat geen 2 ovens hetzelfde zijn, dus het kan best zijn dat het brood bij jou wat sneller bakt dan in mijn oven.
Om te controleren of het brood gaar is, prik je er in het midden een satéprikker in tot op de bodem van het bakblik. Als de prikker er schoon en droog uit komt, is het brood klaar.
Haal het brood uit de oven, en bestrijk de bovenkant met een klein beetje gesmolten boter.
Laat het een minuut of 10 afkoelen in het bakblik. Schud het vervolgens voorzichtig uit het blik, en laat het op een rooster verder afkoelen. (Laat brood altijd op een rooster afkoelen, om te voorkomen dat het gaat zweten en klef wordt.)
Het brood bevat geen conserveringsmiddelen, dus het moet in één of hooguit twee dagen op.
Wikkel het in een schone, droge theedoek om het zolang mogelijk vers te houden.
Snijden en invriezen kan natuurlijk ook.
En als het brood teveel is uitgedroogd om zo te eten, is het nog altijd erg lekker als pain perdu.
Tip:
Met zelfgemaakte jam. Misschien zelfs wel van aardbeien uit eigen tuin…
(Een pond schoongemaakte aarbeien en een pond suiker al roerend zachtjes verwarmen totdat de suiker gesmolten is en de aardbeien kapot gekookt zijn.)
Smakelijk!