Category Archives: Aan de kook

Kip-pesto pizza

Een nieuwe variatie op mijn eigen kip-pesto pasta recept.

Nodig:

  • pizzabodem, zelf-gemaakt of kant-en-klaar (± 250 gram)
  • 100 gram pesto
  • 2 theelepels room (crème fraîche, kookroom, magere room, …)
  • 1 afgestreken theelepel (kippen- of groente-) bouillonpoeder
  • 1 afgestreken theelepel knoflookpoeder
  • 100 gram kipfilet (of een beetje meer)
  • 100 gram spekblokjes
  • een stuk of 10 kerstomaatjes
  • een flinke eetlepel geraspte parmezaanse kaas

Voor de bodem neem ik altijd die opgerolde van de supermarkt. Die kosten 1 of 2 euro, en dat spaart een hoop gedoe.

Voor de kipfilet maak ik het mezelf ook graag makkelijk en gebruik ik soms plakjes broodbeleg, maar het is natuurlijk lekkerder om zelf kipfilet te grillen of te bakken.

Bak de spek een minuut of 5 in een koekenpan, schep het uit de pan met een schuimspaan, en zet opzij op een stuk keukenpapier.

Meng de pesto, room, bouillonpoeder en knoflookpoeder. Smeer de saus dan met de bolle kant van een lepel uit over de pizzabodem.

Snijd de kip klein, en verdeel dit over de pizza.

Verdeel de spek over de pizza.

Halveer de tomaatjes en verdeel ze over de pizza, bolle kant naar onder, open kant naar boven.

Strooi de kaas over de pizza.

Verwarm de oven voor op 180-200°C.

Bak de pizza op een rooster in het midden van de oven, op een stuk bakpapier.
Reken op 15-18 minuten, maar dit is sterk afhankelijk van de oven, dus houd ‘m goed in de gaten.

Smakelijk!

Olijfbrood

Als je op zoek bent naar brood voor het ontbijt, dan is mijn andere broodrecept misschien meer geschikt. Of wellicht zelfs mijn recept voor bananenbrood.

Dit brood is erg lekker bij het diner, of met een stukje kaas en een wijntje. Maar het mag uiteraard ook best bij het ontbijt of de lunch, als je dat wilt. 🙂

Ook dit is weer een eigen recept waar ik erg trots op ben. (En ook dit recept mag je op je eigen blog overnemen als je wilt, mits je er de bron bij vermeldt.)

Nodig:

  • 350 gram bloem
  • 5½ gram gist (geen bakpoeder!)
  • 0,2 liter water
  • 5 gram zout
  • 20 gram olijfolie
  • 1 flinke theelepel rozemarijn
  • ½-1 theelepel knoflookpoeder (of een geperst teentje verse knoflook, uiteraard)
  • 8-10 zwarte olijven zonder pit

Ter voorbereiding:
Meng een dag van tevoren de olijfolie, de rozemarijn en de knoflook in een afsluitbaar potje. Zo hebben de smaken de tijd om zich te mengen. Schud het potje af en toe.
Let op: ik gebruik 20 gram olie. Dit is omdat ik mijn andere broodrecept als basis heb gebruikt, en daarin (onder andere) 20 gram boter heb vervangen door 20 gram olie. Ik heb nooit de moeite gedaan om te meten hoeveel mililiter dat is.

Het is lekker om een wat meer volkoren bloem te gebruiken (type 65 of hoger).

Ik gebruik 5½ gram gist, omdat dat de inhoud is van de zakjes gist die ik bij de supermarkt koop. Mocht je zakjes hebben van 5 of 6 gram, gebruik dan dat, en als er 10 gram in een zakje zit, neem dan de helft, zodat je een volgende keer de andere helft kunt gebruiken. De hoeveelheid gist komt niet heel precies: met wat meer gist wordt het brood wat luchtiger, en met wat minder gist wordt het brood wat minder luchtig.

Zorg eerst voor een schoon werkblad. Het deeg moet straks gekneed worden, dus er mag geen vuiltje op het werkblad zitten. Maak het eerst schoon met een schoonmaakmiddel voor de keuken, en spoel het dan goed af met water om te voorkomen dat je brood straks naar schoonmaakmiddel smaakt.

Zeef de bloem om te voorkomen dat er klontjes in zitten. Roer dan de bloem, de gist en het zout door elkaar in een grote kom; doe dit voorzichtig, want droge bloem stuift heel makkelijk.
Roer vervolgens ook het water erdoor. Ik heb mineraalwater gebruikt, omdat in Frankrijk (waar ik woon) het kraanwater nogal naar chloor smaakt; dit is echter niet noodzakelijk.

Wanneer het deeg te dik wordt om te roeren, kan ook het olie-knoflook-rozemarijn-mengsel bij het deeg.
Nu is het tijd om je handen te wassen (met geurloze zeep) en te gaan kneden. Knijp alle ingrediënten in de kom door elkaar, en zorg dat er zo min mogelijk aan de binnenkant van de kom blijft plakken.

Als alle ingrediënten goed gemengd zijn, is het moment aangebroken om het deeg uit de kom over te hevelen naar het werkblad.
Kneed hier het deeg door het uit te drukken tot een dunne plak, die plak vervolgens 1 of 2 keer dubbel te vouwen, en dat telkens te herhalen. Ga hiermee door totdat het deeg (vrijwel) niet meer plakt; dit kan gerust 10-15 minuten duren.
Je hebt nu een mooie klont egaal en elastisch deeg.

Maak een bol van het deeg, en leg deze bol terug in de kom.
Dek de kom af met een vochtige theedoek (even onder de warme kraan, en dan uitwringen), en laat het deeg een uur rijzen. Zet de kom hiervoor op een warme plek — ± 20°C — maar niet in de zon (hierdoor zou de buitenkant uitdrogen).
Probeer jezelf ervan te weerhouden om tijdens dit uur de doek op te tillen om in de kom te kijken.

Snijd tijdens het rijzen van het deeg de olijven alvast in stukjes of ringetjes.
Leg ook de bakplaat van de oven alvast klaar, bedekt met een stuk bakpapier.

Na een uur rijzen is het volume van het deeg ongeveer verdubbeld. Haal het uit de kom en kneed het opnieuw; doe dat op dezelfde manier: uitdrukken tot een plak, dan de plak dubbelvouwen, en herhalen.
De stukjes olijf mogen er ook doorheen. Het makkelijkst is het deeg uit te drukken tot een plak, de olijven hierover te verdelen, de plak dubbel te vouwen, en zo verder te kneden.
Als na een paar minuten kneden de olijven goed door het deeg verdeeld zijn, maak je een bol van het deeg (of een andere vorm als je dat liever wilt), en leg je deze op de bakplaat. Dek weer af met een vochtige theedoek, en laat nog een uur rijzen.

Laat na 45 minuten rijzen de oven alvast voorverwarmen op 200°C.

Als het brood volledig gerezen is, maak je met een heel scherp mes een paar sneden van ongeveer een centimeter diep in de bovenkant van de bol. Hiermee zorg je dat het brood mooi op die sneden openbarst wanneer het in de oven nog verder rijst.
Bak vervolgens het brood in ongeveer een half uur in het midden van de oven; in een gasoven, die alleen vanaf de onderkant verwarmt, kan de bakplaat bovenin de oven.

Vanaf 20-25 minuten kijk je af en toe even om te zien of het brood niet te hard gaat. Houd er rekening mee dat geen 2 ovens hetzelfde zijn, dus het kan best zijn dat het brood bij jou wat sneller bakt dan in mijn oven. Bovendien is de baktijd afhankelijk van hoe plat of rond de bol deeg was.
Om te controleren of het brood gaar is, prik je er in het midden een satéprikker in. Als de prikker er schoon en droog uit komt, is het brood klaar.

Laat het brood op een rooster afkoelen. (Laat brood altijd op een rooster afkoelen, om te voorkomen dat het gaat zweten en klef wordt.)

Het brood bevat geen conserveringsmiddelen, dus het moet in één of hooguit twee dagen op.
Wikkel het in een schone, droge theedoek om het zolang mogelijk vers te houden.
Snijden en invriezen kan natuurlijk ook.

Smakelijk!

Pain perdu

Pain perdu is de Franse naam. In het Nederlands heet het wentelteefjes, in het Vlaams klakaarde of gewonnen brood, in het Engels french toast, in het Duits armer Ritter, en zo hebben de meeste talen en landen wel een variant.
Waar brood is, zijn wentelteefjes… 🙂

Vanwege mijn diabetes is mijn variant zonder suiker.

Nodig:

  • oud brood
  • ei
  • melk
  • vanille
  • gemalen kokos
  • kaneel
  • boter

Verzamel gedurende de week al het oude brood. Jammer voor de vogels, maar we gaan er dit keer een lekker zondagmorgenontbijt van maken. Bruin, wit, meer-granen, van de bakkerij of zelf gebakken, het kan er allemaal bij.
Berg het brood zó op, dat het uitdroogt en niet beschimmelt. Zelfs het meest uitgedroogde brood is weer zacht als we straks klaar zijn.

Verzamel al het brood, en de familie, op zondagochtend in de keuken. Of natuurlijk op een andere ochtend wanneer je tijd hebt om op je gemak ontbijt te maken en te eten.

Kluts een ei, een scheutje melk, een klein beetje vanille, wat kokos en een beetje kaneel in een diep bord.
Smelt een klontje boter in een koekenpan (boter is lekkerder dan olie).
Dep het brood in het eimengsel. Geef het ei even de tijd om een beetje in het brood te trekken, en draai het brood dan om, zodat het aan alle kanten bedekt is.
Bak het brood vervolgens zachtjes lichtbruin in de koekenpan.

Ik eet zelf mijn pain perdu graag met compôte of appelmoes, maar varieer het beleg lekker naar je eigen smaak.

Smakelijk!

Brood (ontbijt)

Dit is het perfecte ontbijtbrood: lichtzoet en lekker zacht, maar nog geen cake of brioche.
Een eigen recept, waar ik erg trots op ben. (Neem het gerust over op je eigen blog, maar vermeld dan wel de bron erbij, svp.)

Nodig:

  • 350 gram bloem
  • 5½ gram gist (geen bakpoeder!)
  • 0,2 liter melk
  • 5 gram zout
  • 20 gram boter
  • 2-3 theelepels vloeibare honing

Ik gebruik 5½ gram gist, omdat dat de inhoud is van de zakjes gist die ik bij de supermarkt koop. Mocht je zakjes hebben van 5 of 6 gram, gebruik dan dat, en als er 10 gram in een zakje zit, neem dan de helft, zodat je een volgende keer de andere helft kunt gebruiken. De hoeveelheid gist komt niet heel precies: met wat meer gist wordt het brood wat luchtiger, en met wat minder gist wordt het brood wat minder luchtig.

De hierboven genoemde ingrediënten zijn voldoende voor een kleine cake- of broodvorm.

Zorg eerst voor een schoon werkblad. Het deeg moet straks gekneed worden, dus er mag geen vuiltje op het werkblad zitten. Maak het eerst schoon met een schoonmaakmiddel voor de keuken, en spoel het dan goed af met water om te voorkomen dat je brood straks naar schoonmaakmiddel smaakt.

Zeef de bloem om te voorkomen dat er klontjes in zitten. Roer dan de bloem, de gist en het zout door elkaar in een grote kom; doe dit voorzichtig, want droge bloem stuift heel makkelijk.
Roer vervolgens ook de melk erdoor.

Wanneer het deeg te dik wordt om te roeren, snijd je de boter aan kleine stukjes die je ook in de kom doet.
Nu is het tijd om je handen te wassen (met geurloze zeep) en te gaan kneden. Knijp alle ingrediënten in de kom door elkaar, en zorg dat er zo min mogelijk aan de binnenkant van de kom blijft plakken.

Als alle ingrediënten goed gemengd zijn, kan de honing erdoor. Hier wordt het deeg uiteraard erg plakkerig van.
Kneed de honing goed door het deeg.

Nu alle ingrediënten goed gemengd zijn, is het tijd om het deeg uit de kom over te hevelen naar het werkblad.
Kneed hier het deeg door het uit te drukken tot een dunne plak, die plak vervolgens 1 of 2 keer dubbel te vouwen, en dat telkens te herhalen. Ga hiermee door totdat het deeg (vrijwel) niet meer plakt; dit kan gerust 10-15 minuten duren.
Je hebt nu een mooie klont egaal en elastisch deeg.

Maak een bol van het deeg, en leg deze bol terug in de kom.
Dek de kom af met een vochtige theedoek (even onder de warme kraan, en dan uitwringen), en laat het deeg een uur rijzen. Zet de kom hiervoor op een warme plek — ± 20°C — maar niet in de zon (hierdoor zou de buitenkant van de bol deeg uitdrogen).
Probeer jezelf ervan te weerhouden om tijdens dit uur de doek op te tillen om in de kom te kijken.

Na een uur is het volume van het deeg zo’n beetje verdubbeld. Haal het uit de kom, en kneed het weer een paar minuten.
Druk het dan uit tot een plak die zo breed is als je bakblik lang. Rol het deeg op, en leg het met de naad naar beneden in het bakblik.
Dek het bakblik af met de theedoek, en laat opnieuw een uur rijzen.

Laat na 45 minuten rijzen de oven alvast voorverwarmen op 220°C.

Als het brood volledig gerezen is, maak je met een heel scherp mes een snede van ongeveer een centimeter diep over de hele lengte van het brood. Hiermee zorg je dat het brood mooi in het midden openbarst wanneer het in de oven nog verder rijst.
Bak vervolgens het brood in ongeveer een half uur, op een rek in het midden van de oven.

Vanaf 20-25 minuten kijk je af en toe even om te zien of het brood niet te hard gaat. Houd er rekening mee dat geen 2 ovens hetzelfde zijn, dus het kan best zijn dat het brood bij jou wat sneller bakt dan in mijn oven.
Om te controleren of het brood gaar is, prik je er in het midden een satéprikker in tot op de bodem van het bakblik. Als de prikker er schoon en droog uit komt, is het brood klaar.

Haal het brood uit de oven, en bestrijk de bovenkant met een klein beetje gesmolten boter.
Laat het een minuut of 10 afkoelen in het bakblik. Schud het vervolgens voorzichtig uit het blik, en laat het op een rooster verder afkoelen. (Laat brood altijd op een rooster afkoelen, om te voorkomen dat het gaat zweten en klef wordt.)

Het brood bevat geen conserveringsmiddelen, dus het moet in één of hooguit twee dagen op.
Wikkel het in een schone, droge theedoek om het zolang mogelijk vers te houden.
Snijden en invriezen kan natuurlijk ook.
En als het brood teveel is uitgedroogd om zo te eten, is het nog altijd erg lekker als pain perdu.

Tip:
Met zelfgemaakte jam. Misschien zelfs wel van aardbeien uit eigen tuin…
(Een pond schoongemaakte aarbeien en een pond suiker al roerend zachtjes verwarmen totdat de suiker gesmolten is en de aardbeien kapot gekookt zijn.)

Smakelijk!

Bananenbrood

Nou ja, dit recept begon als bananenbrood. Maar na een paar keer experimenteren is het meer een soort banaan-appel-cake geworden.
Maar het is nog altijd een erg gezond (en lekker!) tussendoortje, zonder toegevoegd vet, en zonder toegevoegde suiker.

Nodig:

  • 150 gram bloem
  • 100 gram amandelmeel
  • 20 gram geraspte kokos
  • 10 gram speculaaskruiden
  • 5 gram bakpoeder
  • een snuf zout
  • 2 eieren
  • 3 bananen (gepeld 250-300 gram)
  • 1 appel (stevig en zoet, bijv. Elstar of Jonagold)

Voor de bananen geldt eigenlijk hoe ouder, hoe beter; oude, bruine bananen zijn immers zoeter.
Een perfect recept dus voor als je bananen hebt liggen die je eigenlijk weg wilde gooien.

Verwarm de oven voor op 175-180°C.

Meng in een grote kom alle poeders (bloem, amandel, kokos, kruiden, bakpoeder, zout). Wees voorzichtig, vooral de bloem kan nogal stuiven.
Tip: zeef de bloem; dit voorkomt klontjes.

Prak in een andere kom, of in een diep bord, de bananen. Als dit gebeurd is, klop dan de eieren erdoor.
Schep dit mengsel door de bloem. Doe dit niet met een mixer: zodra het bakpoeder in contact komt met het vocht uit de eieren, begint zich koolzuur te vormen dat zal zorgen voor de luchtigheid van de cake. Als je een mixer gebruikt, kan door de gebruikte kracht dit koolzuur ontsnappen.

Als je een mooi homogeen deeg hebt, schil je de appel, ontdoe je die van het klokhuis, en snij je die aan (hele) kleine stukjes. Meng deze stukjes appel ook door het deeg.

Bekleed een cakeblik met bakpapier; de hier genoemde ingrediënten zijn voldoende voor een klein brood- of cakeblik. Schep dan het deeg in het cakeblik, en zet het in het midden van de oven. Als je een gasoven hebt, mag het iets boven het midden.

De cake heeft zo’n 40-45 minuten nodig om gaar te worden. Om te weten of hij gaar is, prik je er in het midden een satéprikker in, helemaal tot op de bodem van het blik; als de prikker er schoon en droog uit komt, is de cake gaar, en anders moet hij nog een paar minuten.

Haal de cake uit de oven en laat ‘m in het blik 10-15 minuten afkoelen. Til ‘m dan voorzichtig aan het bakpapier uit het blik, en leg ‘m op een rooster. (Doe dit boven een werkblad, zodat de cake niet op de vloer landt als het papier scheurt.)
Vouw het bakpapier zoveel mogelijk open, en laat de cake verder afkoelen.

Lekker voor mee naar school of werk, als gezonde snack bij koffie of thee. Of als ontbijt. Of misschien zelfs als dessert, met een bolletje vanille-ijs.

Verder kan ik natuurlijk ook nog vermelden dat je de cake een dag of 3-4 kunt bewaren als je ‘m goed luchtdicht verpakt, maar zo lang doe je er toch niet mee.

Ik denk dat deze cake ook erg lekker is met stukjes pure chocola in plaats van appel (hoe puurder de chocola, hoe minder suiker er in zit).
Of misschien een wat hartiger variant, met een notenmix.
Zonder appel, chocola of noten is hij trouwens ook erg lekker.

Tip:
Je kunt speculaaskruiden kopen bij de supermarkt, maar een molenwinkel is natuurlijk veel leuker en lekkerder; bovendien kun je daar ook nog een hoop andere ideeën op doen. Op deze site vind je een hele lijst met molenwinkels; niet alleen in Nederland, maar ook elders in Europa.

Smakelijk!

Simpele salades voor de lunch

Omdat vorig jaar diabetes is geconstateerd, heb ik mijn dieet moeten aanpassen. En ik moet zeggen dat ik dat makkelijker heb gevonden dan ik verwacht had.

Eén van de wijzigingen die ik gemaakt heb, is dat ik nu elke dag een eenvoudige salade maak voor tussen de middag. De basis voor die salade is vrijwel altijd hetzelfde, maar om me niet te gaan vervelen, varieer ik elke dag een beetje met de smaak.
Bij die salade eet ik dan 2 meergranenboterhammen. Die boterhammen eet ik zonder beleg, maar voor een beetje extra bite doe ik ze wel even in de broodrooster.
En bij dat alles een groot glas mineraalwater, met of zonder bubbels.

En deze super-gezonde en super-lekkere lunch heeft eraan bijgedragen dat mijn bloedsuikerwaarden nu weer perfect zijn (maar uiteraard ligt dat niet alleen aan deze salades).
Maar wie geen diabetes heeft, maar gewoon gezond wil eten, kan hier natuurlijk ook zijn of haar voordeel mee doen.

De basis

Nodig:

  • 1 Sucrine of Little Gem (mini-kropje sla)
  • 1 tomaat
  • ¼ komkommer
  • eventueel een uitje
  • (olijf)olie

Uiteraard kun je ook andere sla gebruiken, als je daaraan de voorkeur geeft. Wat ik prettig vind aan die kleine kropjes bindsla, is dat het heel makkelijk te doseren is (1 kropje per dag), en dat ze lang houdbaar zijn.

Snijd de tomaat en het stuk komkommer aan stukjes of plakjes, en snipper er eventueel een uitje bij.

In plaats van er brood bij te eten, zou je ook wat gekookte volkorenpasta of zilvervliesrijst door de salade kunnen doen.
Of je zou croutons kunnen maken van het brood: neem een vrij compact brood (niet teveel luchtbellen), snijd de korst eraf, snijd het brood in blokjes, en bak die blokjes in een koekenpan met een klein beetje olie en bijvoorbeeld wat knoflook op niet al te hoog vuur tot ze knapperig zijn; laat afkoelen op een stuk keukenpapier, en meng ze door de salade.

Variant 1

Nodig:

  • de basis
  • een pakje hamblokjes (75 gr.)
  • 2 of 3 eetlepels saladekaas

Ik koop altijd blokjes saladekaas in olie, en gebruik die olie dan uiteraard ook voor in de salade.

Deze variant kun je nog wat meer smaak geven door er wat provencaalse kruiden doorheen te scheppen.

Variant 2

Nodig:

  • de basis
  • een blikje tonijn
  • 10-12 zwarte olijven

Als je tonijn in olie gebruikt, kun je die olie ook gebruiken in de salade. Als je tonijn au naturel hebt (in water), laat ‘m dan goed uitlekken voordat je ‘m door de salade schept, en gebruik gewoon olie uit de fles.

Snijd de olijven in plakjes.

Variant 3

Nodig:

  • de basis
  • een pakje kipfiletblokjes (75 gr.)
  • een handje gebakken uitjes
  • een handje pijnboompitten

Gebakken uitjes vind je in de supermarkt bij de oosterse ingrediënten.

Deze variant kun je eventueel een beetje opfrissen met wat tuinkruiden.

Variant 4

Nodig:

  • de basis
  • 1 of 2 gekookte eieren
  • 2 of 3 eetlepels gebakken spekblokjes

Bak de spek zonder toegevoegde olie of boter in een koekenpan met anti-aanbaklaag. Schep ze dan met een schuimspaan uit de pan, en laat ze afkoelen op een stuk keukenpapier. Op deze manier heb je zo min mogelijk vet in je salade.

Bij deze variant is de gesnipperde ui wat mij betreft niet optioneel, omdat dat een lekker fris accent geeft tussen het ei en de spek.

Varianten 5, 6, 7, …

Leef je uit, laat je gaan.

Maïs, gedroogde tomaatjes, sardientjes, augurken, zilveruitjes, knakworstjes…
Of vervang de sla bijvoorbeeld eens door witlof.

Je kunt echt alle kanten op. Het is zo makkelijk, en zo lekker, en zo gezond.

Bereiding

Schep alles door elkaar.

Als je deze salades mee naar je werk of naar school wilt nemen, dan kun je ze prima thuis voorbereiden, maar verpak de gesneden ingrediënten in aparte bakjes, en meng ze pas als je gaat eten. Zo voorkom je dat het een kleffe drab wordt.

Smakelijk!

Lou Sagna

A little macaroni in my life
A little fettuccine by my side
A little rigatoni is all I need
A little tortellini is all I see
A little pappardelle in the sun
A little cannelloni all night long
A little vermicelli here I am
A little bit of pasta makes me your man

Kip met tomaten-wijnsaus

Een experimentje dat publicatie-waardig bleek.

Nodig voor 1 persoon:

  • olie
  • kipfilet
  • 1/4 chorizo
  • zilveruitjes
  • knoflookpoeder (versgeperst mag natuurlijk ook)
  • champignons
  • blikje tomatenpuree
  • 1 glas rode wijn
  • ketjap
  • provençaalse kruiden

Verwarm de oven voor op een graad of 180.

Snijd de chorizo en de champignons in blokjes.

Verwarm wat olie in een pannetje, en fruit hierin de uitjes een paar minuten. Laat de uitjes wel eerst uitlekken, maar het is niet nodig om ze af te spoelen.
Voeg de chorizo en naar smaak knoflook toe, en roer het geheel door elkaar. Laat weer een paar minuten pruttelen.
Schep dan de champignons erbij, en naar smaak provençaalse kruiden, en laat dit een paar minuten samen pruttelen; roer af en toe.
Voeg tot slot de tomatenpuree, de wijn, en 2 of 3 eetlepels ketjap toe.
Laat het geheel warm worden onder voortdurend roeren.

Leg de kipfilet in een ovenvaste schaal, en giet de saus erover. Dek de schaal af met aluminiumfolie, en zet zo’n 45 minuten in de oven.
Als de saus de kip niet helemaal bedekt, draai de kip dan af en toe om (en dan de folie er weer overheen).

Serveer met gebakken aardappels, en wellicht een salade.

Smakelijk!

Warme chocolademelk

Een beker melk met een paar scheppen Nesquik een minuutje in de magnetron, dacht je?
Ik denk het niet. Dit is een recept voor lekkere warme chocolademelk.

Voor wie even genoeg heeft van vin chaud en Jägertee.

Nodig:

  • melk
  • instant chocolademelk (Nesquik, Benco, …)
  • een reep donkere chocola; minstens 65% cacao
  • cayennepeper
  • cognac

Probeer een instant chocolademelk te vinden die meer naar chocola smaakt dan naar suiker (dat valt niet mee, want dat spul wordt gemaakt voor kinderen, en kinderen willen suiker).

Meet een niet helemaal volle beker melk af, doe dat in een steelpannetje, en zet het op half vuur.
Schep dan de instant chocolademelk in de beker; voor de beker die ik gebruik, heb ik 3-4 volle theelepels nodig.
Brokkel wat van de reep chocola in het pannetje met melk. Voor mijn beker gebruik ik 3 blokjes. Je kunt er natuurlijk gewoon de hele reep in mikken, maar dan lost niet alles op, maar slaat het neer op de bodem van je pannetje; experimenteer om de lekkerste chocolademelk te krijgen, en zo min mogelijk chocola weg te gooien.
Giet de melk, als die warm is en de chocola gesmolten, in de beker, en roer tot het poeder is opgelost.
Roer er dan een kwart tot een halve theelepel cayennepeper en een scheut cognac doorheen. Gebruik niet teveel cognac: balans is belangrijk, en als het je alleen om de cognac gaat, had je beter al dat werk achterwege kunnen laten, en gewoon een glas cognac nemen.

Tip:
Deze chocolademelk is erg lekker als je vanuit de kou thuis komt; het is een warmte-bommetje. Als je een beker maakt voor het slapen gaan, is het misschien lekkerder om de peper achterwege te laten.

En alsjeblieft: geen slagroom!
Het is echt heel raar om eerst werk te steken in de bereiding van een hele lekkere drank, om die vervolgens te vermoorden met een berg vet en suiker.

Smakelijk!

Hobo-gado

Als je op zoek bent naar een mooi authentiek gado-gado recept, zoek dan alsjeblieft verder. Dit recept staat in de rubriek Hobo food, en dat betekent snel, goedkoop, makkelijk, en meestal niet helemaal volgens bestaande tradities.

De enige overeenkomst tussen dit recept en gado-gado is eigenlijk dat ze allebei groenten en pindasaus bevatten. Verder treed ik alles met voeten.

Nodig:

  • een blik sperziebonen (goed uit laten lekken)
  • eventueel een blikje taugé (goed uit laten lekken)
  • kipfilet, in kleine stukjes
  • pindakaas
  • ketjap
  • sambal
  • melk
  • knoflook

Bak de kip met wat knoflook in een wok (of een hapjespan, ofzo) met een beetje olie. Schep, wanneer de kip gaar is, de groente erbij.

Schep een paar lepels pindakaas in een steelpan op half vuur, en schenk er wat melk bij. Begin met een beetje melk, en voeg steeds scheutje toe totdat je de gewenste sausdikte hebt; de saus mag wat dun zijn, zodat hij makkelijk mengt met de groenten. Voeg naar smaak ketjap, sambal en knoflook toe.
(Pindasaus uit een potje kan natuurlijk ook, maar dat hebben we hier in Frankrijk niet. En zelf maken is natuurlijk altijd leuker en lekkerder.)

Als de groenten en de saus allebei warm zijn, kan de saus bij de groenten; let een beetje op de verhoudingen: het moet geen soep worden. Laat het geheel nog even samen pruttelen.

Serveer met rijst en kroepoek.

Tip:
Normaal gesproken is gado-gado zonder vlees, maar omdat ik het nu maak als hoofdgerecht, en niet als 1 van de 134 bijgerechten van een rijsttafel, heb ik er wat kip doorheen gedaan. Het kan dus ook prima zonder vlees, of met klein gesneden plakjes kipfilet (beleg). Doe in dat laatste geval het vlees wel na de groente in de pan, in plaats van ervoor.

Tip:
In plaats van, of als aanvulling op de ketjap en de sambal kun je ook chilisaus gebruiken.

Smakelijk!