Stoofperen
Tja, ik dacht dat de herfst eraan kwam, dus ik had alvast stoofperen gekocht…
Begin hier op tijd aan, want stoofperen moeten lang koken.
Nodig:
- stoofperen (Gieser Wildeman zijn de lekkerste)
- rode wijn
- citroenrasp
- een pijpje kaneel
- basterdsuiker (maar rietsuiker mag ook)
- maizena
Schil de peren. Het lekkerst zijn ze als je ze niet snijdt en het steeltje eraan laat zitten, maar dat eet ook het lastigst. Ze worden niet vies als je klokhuis en steeltje voor het koken verwijdert.
Doe een beetje water in een pan en flink wat rode wijn (ongeveer 2 keer zoveel als waarvan je denkt ‘nou, dat is best veel’). Doe hierbij een theelepel citroenrasp, een flinke eetlepel basterdsuiker (bruine voor een meer caramel-achtige smaak), en het pijpje kaneel. Kook hierin de peren minstens een uur tot anderhalf uur; prik erin om te voelen of ze al zacht genoeg zijn. Giet water bij als de boel droog dreigt te koken.
Meng, als de peren gaar zijn, een flinke theelepel maizena met wat koud water tot een egaal papje, en roer dit door de pan met peren om het kookvocht te binden.
Tip:
Wat je over hebt, serveer je de volgende dag als toetje, met een bolletje kaneelijs, een bolletje vanilleijs, en een scheutje chocoladesaus.
Tip:
Als je alleen kookvocht over hebt, kun je dat invriezen en later bijvoorbeeld als dessertsaus gebruiken.
Smakelijk!
P.s.:
De kenner heeft hierin al bijna het recept voor glühwein of vin chaud kunnen herkennen. Ik hoop nu al dat het flink gaat vriezen van de winter.