Category Archives: Aan de kook

Krotensalade

Sommige mensen zeggen ‘bieten’, maar dat lijkt mij teveel op ‘suikerbieten’.

Dit recept is heel losjes geïnspireerd op de krotensalade die ik vorige week bij een Turks restaurant at.

Nodig:

  • verse kroten (of bieten)
  • laurierblaadjes
  • verse koriander
  • ui
  • (walnoot)olie
  • (witte wijn)azijn

Was de kroten, en kook ze zo’n 3 kwartier met 2 of 3 laurierblaadjes (prik in de bieten om te voelen of ze gaar zijn). Giet ze af, en laat ze een beetje afkoelen. Gooi de laurierblaadjes weg.

Schil de kroten; als het goed is, kun je de schil er zo af ‘knijpen’, maar eventueel kun je de natuur een handje helpen met een aardappelschilmesje. Snijd de kroten dan in blokjes.

Maak de ui schoon en snipper die grof.

Schep de ui door de kroten, knip of snijd wat korianderbladeren fijn en strooi die erover, en giet er wat olie en azijn over. Schep alles door elkaar, en laat het geheel in de koelkast goed koud worden.

Tip:
Het is voor supermarkten momenteel heel hip en modieus om kruiden- en specerijenplantjes te verkopen. De kans is groot dat daar koriander tussen staat. Als je supermarkt die plantjes niet verkoopt, is de kans groot dat er verse kruiden in het koelvak bij de groenten liggen.

Smakelijk!

Het woord ‘krotensalade’ ziet er trouwens wel een beetje vies uit; ik denk dat ik snap waarom sommige mensen liever ‘bietensalade’ zeggen…

Roerbakspruitjes

Lekkerder dan die kleffe troep waar kinderen zich altijd (terecht) tegen verzetten.
En lekker snel klaar.

Nodig:

  • spruitjes
  • krieltjes
  • (runder)saucijsjes
  • dobbelsteentjesspek
  • provençaalse kruiden
  • (4-seizoenen)peper
  • (zee)zout
  • pijnboompitten

Doe wat (olijf)olie in een wok of hapjespan en bak daarin de krieltjes rondom bruin. Dan zout, peper en provençaalse kruiden erover, deksel op de pan en vuur laag.

Kook of stoom de spruitjes halfgaar. Snijd ze daarna door als ze erg groot zijn.

Snijd de saucijsjes met een scherp mes in plakjes, en bak deze samen met de spek in een koekenpan.

Schep de krieltjes, het vlees, de spruitjes en een handje pijnboompitten door elkaar, en bak dit nog even, onder voortdurend roeren/schudden, zonder deksel, op hoog vuur tot alles gaar is.

Tip:
Kook een gepelde ui mee met de spruitjes, dan liggen die minder zwaar op de maag. Gooi de ui na het koken weg.

Smakelijk!

Stoofkonijn

Je kunt zomaar ineens genoeg hebben van de dingen die bij de supermarkt liggen…

Nodig:

  • konijnebout
  • witte wijn
  • dobbelsteentjesspek
  • soepgroenten
  • een paar teentjes knoflook, schoongemaakt en geperst of geraspt
  • provençaalse kruiden
  • zout
  • (zwarte) peper
  • tomaten, in stukjes
  • champignons, schoongemaakt en in plakjes

Bestrooi het konijn aan beide kanten met zout en peper.

Verwarm een beetje (room)boter en/of (olijf)olie in een pan met dikke bodem, en bak hierin de spek. Schep de spek, als die gaar is, met een schuimspaan uit de pan, en zet opzij.

Roer knoflook en provençaalse kruiden door het vet, en bak hierin de konijnebout(en) aan beide kanten bruin. Haal het konijn dan uit de pan, en zet ook opzij.

Schep de soepgroenten in de pan, en bak deze kort. Voeg vervolgens de spek toe, roer het door elkaar, en leg het konijn erop. Giet er dan een flinke hoeveelheid wijn bij, draai het vuur laag, doe het deksel op de pan, en laat een uurtje zachtjes pruttelen; draai het konijn af en toe om.

Bak ondertussen de champignons in een beetje (olijf)olie, voeg de tomaat toe, en bak dit met elkaar nog even door tot het ergste vocht eruit is. Haal het konijn uit de pan en houd dit warm in de oven. Roer de champignons en tomaten door de saus, en laat nog even pruttelen zonder deksel.

Leg het konijn op een warm bord, en schep de saus/groente erover.
Serveer met aardappelpuree.

Smakelijk!

Bigos

Bigos is Pools en wordt in het Engels Hunter’s stew genoemd, de stoofschotel van de jagers. Ook dit is weer zo’n gerecht waarvoor geen vast recept bestaat: het werd gemaakt van de houdbare zaken die de jagers bij zich hadden, het vlees dat ze schoten, en de planten en paddestoelen die ze vonden in het bos.

Overeenkomsten tussen de verschillende recepten zijn in ieder geval de zuurkool, en dat er meerdere soorten vlees gebruikt worden. Mijn variant is gemaakt van ingrediënten die je kunt krijgen bij een Nederlandse supermarkt. (Eén van de gebruikte vleessoorten is eigenlijk altijd kielbasa, een Poolse worst, maar die heb ik moeten vervangen door cervelaat, omdat de Wateringse C1000 nog niet in de gaten heeft dat een kwart van de inwoners van het Westland inmiddels uit Oost-Europa komt…)

Uiteraard zijn onderstaande hoeveelheden slechts een indicatie.

Nodig:

  • 500 gram zuurkool
  • 250 gram varkenslappen, in blokjes
  • een pakje spekblokjes
  • 100 gram cervelaat of salami, in stukjes of plakjes
  • 200 gram champignons, schoongemaakt en in plakjes
  • 2 laurierblaadjes
  • 1 ui, gesnipperd of in halve ringen
  • 1 blikje tomatenpuree
  • 2 teentjes knoflook, geraspt of geperst
  • een klein handje kummel (karwijzaad)
  • een paar jeneverbessen, gekneusd
  • 1 à 2 theelepels paprikapoeder
  • een eetlepel marjolein
  • een fles witte wijn
  • zout
  • zwarte peper

Doe de zuurkool in een vergiet, pluk het uit elkaar (met 2 vorken of met je vingers), en spoel het goed af onder de kraan. Laat uitlekken.

Kruid de stukjes varkenslap met zout en peper.
Verwarm wat olie en/of boter in een braadpan, en schroei daarin de stukjes varkensvlees rondom dicht. Doe dan de spek, worst en ui erbij, en bak dit nog even mee tot de ui glazig en zacht wordt.

Voeg paprikapoeder, marjolein, knoflook, laurierblaadjes, jeneverbessen, kummel, tomatenpuree, champignons en zuurkool toe, en schep alles goed door elkaar. Giet tot slot de wijn erbij, en vul aan met water tot alles ‘onder’ staat.

Deksel op de pan, even warm laten worden, vuur laag, en een paar uur laten pruttelen. Veel recepten zijn het erover eens dat je dit eigenlijk in een dag of 3 moet klaarmaken, waarbij je het elke dag een uurtje laat pruttelen en weer afkoelen; ik gok dat de jagers die dit recept verzonnen gewoon een ketel klaarmaakten die groot genoeg was om meerdere dagen van te eten.
Laat tot slot nog een tijdje pruttelen zonder deksel zodat het vocht kan verdampen; regelmatig roeren, anders bakt het vast aan de bodem van de pan.

Voor je het gerecht op tafel zet even de laurierblaadjes eruit vissen.

Je eet dit bij voorkeur met zwaar bruin brood (bijvoorbeeld desembrood), en uiteraard koop je dat dan ongesneden, zodat je er als een echte stoere jager hompen vanaf kunt scheuren. Maar met aardappels mag ook, en ik heb zelfs een recept gezien waarbij er rijst meegekookt werd in de pan.

Tip:
Je hebt hiervoor een grotere braadpan nodig dan je op het eerste oog zou verwachten.
Bovenstaande is genoeg voor 4 volwassenen.

Smakelijk!

Canard à l’orange

Ter ere van Daily: eend in sinaasappelsaus.

Nodig:

  • eendeborstfilet
  • 4 of 5 persinaasappels
  • 2 mandarijnen
  • +/- 4 dl gevogeltefond (supermarkt, bij de soep)
  • sinaasappellikeur (Grand Marnier of Cointreau)
  • rode port
  • +/- 50 gram roomboter
  • suiker
  • grof zeezout
  • zwarte peper

De sinaasappelsaus heeft best wat tijd nodig. Het is dan ook geen gek idee om die ‘s middags alvast klaar te maken, zodat je haar ‘s avonds alleen nog even hoeft op te warmen.

Boen de sinaasappels onder warm water goed schoon (afwas- of nagelborsteltje). Maak met een zesteur zo’n 2 eetlepels zest (sliertjes van het buitenste laagje van de schil van de sinaasappel). Pers vervolgens de sinaasappels uit; je hebt zo’n 3 dl sap nodig.

Schil de mandarijnen, verdeel ze in partjes, en ontdoe alle partjes zoveel mogelijk van velletjes en andere narigheid. Eigenlijk wil je alleen vruchtvlees overhouden, maar als dat je lukt, heb je waarschijnlijk meer geduld dan ik…

Smelt de boter in een steelpan. Voeg de zest toe, en laat dit een paar minuten zachtjes pruttelen (ruik en geniet). Voeg dan een schep of 3 suiker en het vruchtvlees van de mandarijnen toe. Goed door elkaar scheppen en ook even laten pruttelen. Dan de fond en het sinaasappelsap, plus een flinke scheut likeur en een nog flinkere scheut port erbij.
Laat dit alles zachtjes pruttelen tot het is ingedikt tot ‘sausdikte’. Af en toe roeren.
Maak eventueel 2 eetlepels maizena aan met wat koud water en meng dit erbij, om het indikken te versnellen.

Maak met een heel scherp mes kruislings een aantal sneden in het vel van de eend. Bestrooi het vlees met zout en peper. Bak het vlees een paar minuten op het vel, draai het dan om en bak het nog een paar minuten; herhaal dit 2 keer.

Leg het vlees op een warm bord en schep er wat saus over. Serveer met hertoginnenaardappelen en haricots verts en/of stoofpeertjes.

Tip:
Het is niet eenvoudig om een winkel te vinden die een zesteur verkoopt (of waar ze überhaupt weten wat het is), maar Oldenhof heeft er een paar.

Tip:
De saus die je overhebt, vries je in in 1-persoonsporties. Ook te gebruiken bij kip.

Smakelijk!

Foe yong hai

Ik heb de smaak te pakken van de afhaal-Chinese keuken…

Nodig:

  • 1 kipfilet, in kleine stukjes
  • 1 kipbouillonblokje of een theelepel bouillonpoeder
  • een teentje knoflook, schoongemaakt en geperst of geraspt
  • gembersiroop
  • 6 eieren
  • peper
  • zout
  • melk
  • soepgroenten
  • taugé
  • maizena
  • 1 blikje tomatenpuree
  • azijn
  • suiker

Breng 4 dl liter water aan de kook met de bouillon, een scheut gembersiroop, de kip en de knoflook, en laat zachtjes koken tot de kip gaar is. Voeg eventueel naar smaak meer kruiden toe; de bouillon gebruiken we straks als basis voor de saus.
Schep de kip uit de bouillon met een schuimspaan.

Verwarm de oven voor op 140 graden.

Klop de eieren op met een flinke scheut melk, een beetje peper en zout, en eventueel een beetje uienpoeder. Schep er tot slot soepgroenten door (bevroren groente eerst laten ontdooien); bepaal zelf de verhoudingen. Eventueel kunnen er ook nog wat plakjes champignon door.

Maak het ei klaar als roerei: beetje olie in een pan, laag vuur, ei in de pan, en blijven roeren. Draai, als het ei bijna helemaal gestold is, het vuur uit en schep de blokjes kip en een handje taugé erdoor. Overhevelen in een ovenschaal, beetje aandrukken, en warm houden in de oven.

Doe een eetlepel maizena bij de inmiddels afgekoelde bouillon, en roer totdat alle klontjes opgelost zijn. Voeg dan de tomatenpuree, een scheut azijn en een schep suiker toe, en verwarm dit al roerend totdat de saus voldoende ingedikt is. Giet de saus over het ei; steek hier en daar even een lepel tussen het ei en de wand van de schaal, zodat de saus er ook tussen kan. Laat alles nog even samen doorwarmen in de oven.

Serveer met nasi, varkensvlees in zoetzure saus en babi pangang.

Tip:
Probeer niet ‘Sambal bij?‘ te roepen bij het opdienen; dat is echt té afgezaagd.

Smakelijk!

Stroganoff-saus

Biefstuk, entrecôte of zigeunerschnitzel, gebakken aardappeltjes, boontjes.
En Stroganoff-saus.

Nodig:

  • een ui
  • een paprika
  • een zakje gesneden champignons
  • wodka
  • 1 of 2 teentjes knoflook
  • een blokje runderbouillon
  • 2 kleine blikjes tomatenpuree
  • zout
  • peper
  • tabasco
  • worcestershire saus
  • kookroom

Snipper de ui. Snijd de paprika aan blokjes. Pers of rasp de knoflook. Stamp het bouillonblokje fijn.

Verwarm een beetje olie in een steelpan; neem een olie met niet al teveel smaak, zoals sla- of zonnebloemolie. Fruit hierin de ui. Voeg de paprika toe als de ui een beetje glazig wordt. Doe de champignons erbij als de paprika een beetje zacht wordt. Deksel erop, en zachtjes laten pruttelen op heel laag vuur, totdat de champignons zacht zijn. Dit kan gerust 20-30 minuten duren. Af en toe roeren; verder de deksel goed op de pan houden: de champignons verliezen veel vocht, en je wilt niet dat dat verdampt.

Giet een flinke scheut wodka in de pan, doe de deksel er weer op, en laat nog een minuut of 5 pruttelen. Voeg dan een paar druppels tabasco, een paar druppels worcestershire saus, de knoflook, zout en (witte) peper naar smaak, het bouillonblokje en de tomatenpuree toe. Roeren en kort laten pruttelen.

Roer er een half flesje room door, en laat het spul nog even goed doorwarmen.

Tip:
Biefstuk en entrecôte zijn het lekkerst uit de grillpan.

Smakelijk!

Jägertee

Genau genommen Jagatee, auf Österreichisch.

Als je terugkomt van de berenjacht, je langlaufski’s in een hoek te drogen hebt gezet, en je oren beginnen te tintelen omdat er langzaam weer gevoel in komt, dan drink je dit.
(Ik weet het: het vriest niet eens. Maar ik moest alvast experimenteren om te zorgen dat het recept zou kloppen tegen de tijd dat de winter echt begint.)

Deze drank ligt een beetje in de lijn van vin chaud en Glühwein. Ook voor dit recept is weer niet 1 standaardrecept te vinden; het leukste recept dat ik tegenkwam was deze: Großmutters Jagatee. De waarschuwing die onder dat recept staat, zal ik hier voor de zekerheid even herhalen:

Ungeübte seien vor der gewaltigen Kraft dieses Getränkes gewarnt.

Dat je ‘t weet…

Goed, mijn variant nu.

Nodig:

  • 3 éénkops-zakjes earl grey thee
  • een stokje kaneel
  • 3 à 4 stukken steranijs
  • een kruidnagel
  • sap van 1 sinaasappel
  • sap van een halve citroen
  • een kwart liter rode wijn
  • Stroh rum (80%)
  • vruchtenjenever (ik heb gekozen voor bessen)
  • suiker

Breng in een pan driekwart liter water aan de kook met kaneel, anijs en kruidnagel; hang dan de theezakjes erin, en laat dit een minuut of 5 zachtjes koken met de deksel op de pan. Giet vervolgens de thee door een zeef over in een andere pan, en voeg wijn, citroensap, sinaasappelsap, een flinke scheut rum en een scheut vruchtenjenever toe. Verwarm dit, maar laat het niet meer koken. Breng op smaak met suiker.

Serveer in een (voorverwarmde) dikwandige beker.

Tip:
Een stuk (zelf gebakken en nog warm) gevuld speculaas erbij.

Smakelijk!

In een psychiatrische kliniek…

Nou, het is zover; sommigen hadden het al voorspeld: uiteindelijk ben ik in een psychiatrische kliniek beland…

Gelukkig wel als vrijwilliger, en niet als patient. 🙂

Vanaf januari ga ik als vrijwilliger koken met de patienten van een afdeling van het Circuit Langerdurend Behandelen van Rivierduinen, GGZ Haagstreek in Leidschendam; hier zitten mensen voor langere tijd, met aandoeningen als schizofrenie, autisme en manisch depressiviteit. Voorlopig gaat het om 1 avond per week, en om 1 afdeling van 9 mensen; later kijken we of we dat gaan uitbreiden.

De bedoeling is dan dat de patienten mij, binnen hun mogelijkheden, gaan helpen met boodschappen doen, voorbereiden en koken. Enerzijds is het goed voor de patienten als er af en toe iets meer gebeurt in de ‘huiskamer’ dan alleen de dagelijkse sleur, anderzijds is het goed voor hun gevoel voor eigenwaarde als ze ook eens mensen zien die niet komen omdat ze daarvoor betaald worden, maar omdat ze dat willen. En daarbij schijnt het ook nog goedkoper te zijn om zelf te koken dan kant-en-klaar-maaltijden te laten bezorgen. En het is natuurlijk ook gewoon veel lekkerder, zeker als ik me ermee bemoei. 😉

Leuk.
Ik kijk er nog meer naar uit dan ik had verwacht… 😎

Varkensvlees in zoetzure saus

Eigenlijk is de Chinese keuken helemaal niet zo moeilijk.
(Nou ja, ik bedoel natuurlijk wel de afhaal-Chinese keuken; ik betwijfel of ze dit in China eten…)

Nodig:

  • een pond speklapjes
  • sojasaus
  • droge sherry
  • teentje knoflook
  • 1 kleine ui
  • 1 kleine paprika
  • kwart komkommer
  • een handje taugé
  • 50 ml witte wijnazijn
  • 2 à 3 eetlepels suiker
  • kipbouillonblokje
  • maizena
  • een scheut gezeefde tomaat of een blikje tomatenpuree
  • zonnebloem- of arachide olie (veel)

Snijd de speklapjes in blokjes, en doe die in een afsluitbare bak. Meng gelijke delen sojasaus en sherry, zodat je voldoende marinade hebt voor het vlees; roer daar een schoongemaakt en uitgeperst teentje knoflook door. Doe de marinade bij het vlees, sluit de bak af, en schud goed zodat de marinade al het vlees bedekt. Laat dit tenminste een half uur staan.

Schil en snipper de ui. Schil de komkommer, snijd in de lengte door, schrap met een theelepel het zaad eruit, en snijd in dunne plakjes. Was de paprika, verwijder de zaadlijsten, en snijd in blokjes (sommige supermarkten verkopen diepgevroren paprikablokjes; je hebt dan verschillende kleuren, da’s gezellig). Was de taugé.

Schep het vlees door de maizena, zodat alle vleesblokjes een maizena-jasje aan hebben. Schud overtollige maizena eraf (vergiet of zeef).

Verwarm een flinke laag (een paar centimeter) olie in een pan, en frituur hierin het vlees kort. Doe dit in etappes, zodat de olie niet te snel afkoelt. Leg een paar vellen keukenpapier in een diep bord, en laat hierin het vlees uitlekken. Gooi de olie nog niet weg.

Maak bouillon van een kwart liter water en het bouillonblokje en houd warm.

Schep een klein beetje olie over in een hapjespan, en fruit hierin de ui en de paprika tot deze een beetje zacht worden. Doe dan de komkommer en de taugé erbij, en bak nog even kort. Voeg bouillon, tomaat, azijn, suiker en een eetlepel maizena toe. Blijf roeren tot de maizena is opgenomen, anders gaat het klonteren. Laat dit pruttelen tot de saus is ingedikt tot de gewenste dikte.

Verwarm de pan met olie opnieuw, en frituur het vlees een tweede keer totdat het lekker krokant is. Schep het vlees dan in een schaal en giet de saus erbij.

Serveer met rijst, nasi of bami.

Tip:
Kipfilet in plaats van speklapjes. Of misschien zelfs garnalen, als je daarvan houdt.

Smakelijk!