Draadjesvlees

Ook weer zoiets waarvoor ieder z’n eigen recept heeft. Dit is het mijne. Zo simpel als maar kan.

Nodig:

  • sukadelappen
  • rode wijn (goedkoop, beetje stevig)
  • ui
  • zwarte peper
  • zout
  • rundvleesbouillonblokjes
  • roomboter
  • olijfolie

Maak bouillon van de bouillonblokjes. Gebruik iets minder water of iets meer bouillonblokjes dan op de verpakking wordt aangegeven. Houd de bouillon warm.

Wrijf het vlees aan beide kanten in met peper en zout. Maak de ui schoon, en snijd die in ringen.

Verwarm een klont boter en een scheut olie in een braadpan. Bak hierin het vlees aan beide kanten bruin. Voeg dan de uiringen toe, en laat deze nog even meebakken.

Schenk flink wat wijn in de pan; ongeveer zoveel dat je denkt ‘dit is volgens mij al best veel’, en dan nog wat. (Dit is ook een mooi moment voor je tweede glas wijn. 😉 )
Giet er zoveel bouillon bij, dat het vlees helemaal onder staat. Bewaar de bouillon die je over hebt.

Laat het geheel 2½ tot 3 uur zachtjes pruttelen. Keer af en toe het vlees om. Als het vlees boven de vloeistof uitkomt, schenk dan nog wat bouillon (en eventueel nog wat wijn) bij.

Lekker met simpele hollandse kost (sperzieboontjes, andijvie, …).

Tip:
Als het lukt om wat over te houden, zet je de volgende dag tegen lunchtijd de pan op het vuur (zonder deksel) en ga je een patatje halen. Tegen de tijd dat je terugkomt, is het vlees helemaal kapotgekookt, en de jus ingekookt tot een dikke saus. Schep dat over de patat.

Smakelijk!

Pastinaak met honing

In de Nederlandse keuken is de pastinaak de voorloper van de aardappel. Tegenwoordig verkopen veel groenteboeren en supermarkten het weer.

Qua smaak ligt de pastinaak wat mij betreft op het raakvlak van aardappel, wortel en venkel. (Die kwalificatie komt overigens geheel voor mijn eigen rekening…)
Pastinaak combineert dan ook goed met vis.

Nodig:

  • pastinaak
  • vloeibare honing
  • roomboter
  • peterselie

Schil of schrap de pastinaak (bijv. dunschiller) en snijd de uiteinden er vanaf. Snijd in blokjes van 1-2 centimeter bij 1-2 centimeter.

Breng een pan water aan de kook. Kook hierin de pastinaakblokjes een minuut of 5. Giet af.

Smelt een klont boter in een koekenpan/hapjespan/wok, en voeg wat honing toe. Bak hierin op hoog vuur in een paar minuten de pastinaak onder voortdurend omscheppen goudbruin.

Schep de pastinaak over in een schaal. Snijd of knip wat verse peterselie klein en strooi dit erover.

Smakelijk!

Krotensalade

Sommige mensen zeggen ‘bieten’, maar dat lijkt mij teveel op ‘suikerbieten’.

Dit recept is heel losjes geïnspireerd op de krotensalade die ik vorige week bij een Turks restaurant at.

Nodig:

  • verse kroten (of bieten)
  • laurierblaadjes
  • verse koriander
  • ui
  • (walnoot)olie
  • (witte wijn)azijn

Was de kroten, en kook ze zo’n 3 kwartier met 2 of 3 laurierblaadjes (prik in de bieten om te voelen of ze gaar zijn). Giet ze af, en laat ze een beetje afkoelen. Gooi de laurierblaadjes weg.

Schil de kroten; als het goed is, kun je de schil er zo af ‘knijpen’, maar eventueel kun je de natuur een handje helpen met een aardappelschilmesje. Snijd de kroten dan in blokjes.

Maak de ui schoon en snipper die grof.

Schep de ui door de kroten, knip of snijd wat korianderbladeren fijn en strooi die erover, en giet er wat olie en azijn over. Schep alles door elkaar, en laat het geheel in de koelkast goed koud worden.

Tip:
Het is voor supermarkten momenteel heel hip en modieus om kruiden- en specerijenplantjes te verkopen. De kans is groot dat daar koriander tussen staat. Als je supermarkt die plantjes niet verkoopt, is de kans groot dat er verse kruiden in het koelvak bij de groenten liggen.

Smakelijk!

Het woord ‘krotensalade’ ziet er trouwens wel een beetje vies uit; ik denk dat ik snap waarom sommige mensen liever ‘bietensalade’ zeggen…

Roerbakspruitjes

Lekkerder dan die kleffe troep waar kinderen zich altijd (terecht) tegen verzetten.
En lekker snel klaar.

Nodig:

  • spruitjes
  • krieltjes
  • (runder)saucijsjes
  • dobbelsteentjesspek
  • provençaalse kruiden
  • (4-seizoenen)peper
  • (zee)zout
  • pijnboompitten

Doe wat (olijf)olie in een wok of hapjespan en bak daarin de krieltjes rondom bruin. Dan zout, peper en provençaalse kruiden erover, deksel op de pan en vuur laag.

Kook of stoom de spruitjes halfgaar. Snijd ze daarna door als ze erg groot zijn.

Snijd de saucijsjes met een scherp mes in plakjes, en bak deze samen met de spek in een koekenpan.

Schep de krieltjes, het vlees, de spruitjes en een handje pijnboompitten door elkaar, en bak dit nog even, onder voortdurend roeren/schudden, zonder deksel, op hoog vuur tot alles gaar is.

Tip:
Kook een gepelde ui mee met de spruitjes, dan liggen die minder zwaar op de maag. Gooi de ui na het koken weg.

Smakelijk!

Stoofkonijn

Je kunt zomaar ineens genoeg hebben van de dingen die bij de supermarkt liggen…

Nodig:

  • konijnebout
  • witte wijn
  • dobbelsteentjesspek
  • soepgroenten
  • een paar teentjes knoflook, schoongemaakt en geperst of geraspt
  • provençaalse kruiden
  • zout
  • (zwarte) peper
  • tomaten, in stukjes
  • champignons, schoongemaakt en in plakjes

Bestrooi het konijn aan beide kanten met zout en peper.

Verwarm een beetje (room)boter en/of (olijf)olie in een pan met dikke bodem, en bak hierin de spek. Schep de spek, als die gaar is, met een schuimspaan uit de pan, en zet opzij.

Roer knoflook en provençaalse kruiden door het vet, en bak hierin de konijnebout(en) aan beide kanten bruin. Haal het konijn dan uit de pan, en zet ook opzij.

Schep de soepgroenten in de pan, en bak deze kort. Voeg vervolgens de spek toe, roer het door elkaar, en leg het konijn erop. Giet er dan een flinke hoeveelheid wijn bij, draai het vuur laag, doe het deksel op de pan, en laat een uurtje zachtjes pruttelen; draai het konijn af en toe om.

Bak ondertussen de champignons in een beetje (olijf)olie, voeg de tomaat toe, en bak dit met elkaar nog even door tot het ergste vocht eruit is. Haal het konijn uit de pan en houd dit warm in de oven. Roer de champignons en tomaten door de saus, en laat nog even pruttelen zonder deksel.

Leg het konijn op een warm bord, en schep de saus/groente erover.
Serveer met aardappelpuree.

Smakelijk!

Bigos

Bigos is Pools en wordt in het Engels Hunter’s stew genoemd, de stoofschotel van de jagers. Ook dit is weer zo’n gerecht waarvoor geen vast recept bestaat: het werd gemaakt van de houdbare zaken die de jagers bij zich hadden, het vlees dat ze schoten, en de planten en paddestoelen die ze vonden in het bos.

Overeenkomsten tussen de verschillende recepten zijn in ieder geval de zuurkool, en dat er meerdere soorten vlees gebruikt worden. Mijn variant is gemaakt van ingrediënten die je kunt krijgen bij een Nederlandse supermarkt. (Eén van de gebruikte vleessoorten is eigenlijk altijd kielbasa, een Poolse worst, maar die heb ik moeten vervangen door cervelaat, omdat de Wateringse C1000 nog niet in de gaten heeft dat een kwart van de inwoners van het Westland inmiddels uit Oost-Europa komt…)

Uiteraard zijn onderstaande hoeveelheden slechts een indicatie.

Nodig:

  • 500 gram zuurkool
  • 250 gram varkenslappen, in blokjes
  • een pakje spekblokjes
  • 100 gram cervelaat of salami, in stukjes of plakjes
  • 200 gram champignons, schoongemaakt en in plakjes
  • 2 laurierblaadjes
  • 1 ui, gesnipperd of in halve ringen
  • 1 blikje tomatenpuree
  • 2 teentjes knoflook, geraspt of geperst
  • een klein handje kummel (karwijzaad)
  • een paar jeneverbessen, gekneusd
  • 1 à 2 theelepels paprikapoeder
  • een eetlepel marjolein
  • een fles witte wijn
  • zout
  • zwarte peper

Doe de zuurkool in een vergiet, pluk het uit elkaar (met 2 vorken of met je vingers), en spoel het goed af onder de kraan. Laat uitlekken.

Kruid de stukjes varkenslap met zout en peper.
Verwarm wat olie en/of boter in een braadpan, en schroei daarin de stukjes varkensvlees rondom dicht. Doe dan de spek, worst en ui erbij, en bak dit nog even mee tot de ui glazig en zacht wordt.

Voeg paprikapoeder, marjolein, knoflook, laurierblaadjes, jeneverbessen, kummel, tomatenpuree, champignons en zuurkool toe, en schep alles goed door elkaar. Giet tot slot de wijn erbij, en vul aan met water tot alles ‘onder’ staat.

Deksel op de pan, even warm laten worden, vuur laag, en een paar uur laten pruttelen. Veel recepten zijn het erover eens dat je dit eigenlijk in een dag of 3 moet klaarmaken, waarbij je het elke dag een uurtje laat pruttelen en weer afkoelen; ik gok dat de jagers die dit recept verzonnen gewoon een ketel klaarmaakten die groot genoeg was om meerdere dagen van te eten.
Laat tot slot nog een tijdje pruttelen zonder deksel zodat het vocht kan verdampen; regelmatig roeren, anders bakt het vast aan de bodem van de pan.

Voor je het gerecht op tafel zet even de laurierblaadjes eruit vissen.

Je eet dit bij voorkeur met zwaar bruin brood (bijvoorbeeld desembrood), en uiteraard koop je dat dan ongesneden, zodat je er als een echte stoere jager hompen vanaf kunt scheuren. Maar met aardappels mag ook, en ik heb zelfs een recept gezien waarbij er rijst meegekookt werd in de pan.

Tip:
Je hebt hiervoor een grotere braadpan nodig dan je op het eerste oog zou verwachten.
Bovenstaande is genoeg voor 4 volwassenen.

Smakelijk!

Canard à l’orange

Ter ere van Daily: eend in sinaasappelsaus.

Nodig:

  • eendeborstfilet
  • 4 of 5 persinaasappels
  • 2 mandarijnen
  • +/- 4 dl gevogeltefond (supermarkt, bij de soep)
  • sinaasappellikeur (Grand Marnier of Cointreau)
  • rode port
  • +/- 50 gram roomboter
  • suiker
  • grof zeezout
  • zwarte peper

De sinaasappelsaus heeft best wat tijd nodig. Het is dan ook geen gek idee om die ‘s middags alvast klaar te maken, zodat je haar ‘s avonds alleen nog even hoeft op te warmen.

Boen de sinaasappels onder warm water goed schoon (afwas- of nagelborsteltje). Maak met een zesteur zo’n 2 eetlepels zest (sliertjes van het buitenste laagje van de schil van de sinaasappel). Pers vervolgens de sinaasappels uit; je hebt zo’n 3 dl sap nodig.

Schil de mandarijnen, verdeel ze in partjes, en ontdoe alle partjes zoveel mogelijk van velletjes en andere narigheid. Eigenlijk wil je alleen vruchtvlees overhouden, maar als dat je lukt, heb je waarschijnlijk meer geduld dan ik…

Smelt de boter in een steelpan. Voeg de zest toe, en laat dit een paar minuten zachtjes pruttelen (ruik en geniet). Voeg dan een schep of 3 suiker en het vruchtvlees van de mandarijnen toe. Goed door elkaar scheppen en ook even laten pruttelen. Dan de fond en het sinaasappelsap, plus een flinke scheut likeur en een nog flinkere scheut port erbij.
Laat dit alles zachtjes pruttelen tot het is ingedikt tot ‘sausdikte’. Af en toe roeren.
Maak eventueel 2 eetlepels maizena aan met wat koud water en meng dit erbij, om het indikken te versnellen.

Maak met een heel scherp mes kruislings een aantal sneden in het vel van de eend. Bestrooi het vlees met zout en peper. Bak het vlees een paar minuten op het vel, draai het dan om en bak het nog een paar minuten; herhaal dit 2 keer.

Leg het vlees op een warm bord en schep er wat saus over. Serveer met hertoginnenaardappelen en haricots verts en/of stoofpeertjes.

Tip:
Het is niet eenvoudig om een winkel te vinden die een zesteur verkoopt (of waar ze überhaupt weten wat het is), maar Oldenhof heeft er een paar.

Tip:
De saus die je overhebt, vries je in in 1-persoonsporties. Ook te gebruiken bij kip.

Smakelijk!

Foe yong hai

Ik heb de smaak te pakken van de afhaal-Chinese keuken…

Nodig:

  • 1 kipfilet, in kleine stukjes
  • 1 kipbouillonblokje of een theelepel bouillonpoeder
  • een teentje knoflook, schoongemaakt en geperst of geraspt
  • gembersiroop
  • 6 eieren
  • peper
  • zout
  • melk
  • soepgroenten
  • taugé
  • maizena
  • 1 blikje tomatenpuree
  • azijn
  • suiker

Breng 4 dl liter water aan de kook met de bouillon, een scheut gembersiroop, de kip en de knoflook, en laat zachtjes koken tot de kip gaar is. Voeg eventueel naar smaak meer kruiden toe; de bouillon gebruiken we straks als basis voor de saus.
Schep de kip uit de bouillon met een schuimspaan.

Verwarm de oven voor op 140 graden.

Klop de eieren op met een flinke scheut melk, een beetje peper en zout, en eventueel een beetje uienpoeder. Schep er tot slot soepgroenten door (bevroren groente eerst laten ontdooien); bepaal zelf de verhoudingen. Eventueel kunnen er ook nog wat plakjes champignon door.

Maak het ei klaar als roerei: beetje olie in een pan, laag vuur, ei in de pan, en blijven roeren. Draai, als het ei bijna helemaal gestold is, het vuur uit en schep de blokjes kip en een handje taugé erdoor. Overhevelen in een ovenschaal, beetje aandrukken, en warm houden in de oven.

Doe een eetlepel maizena bij de inmiddels afgekoelde bouillon, en roer totdat alle klontjes opgelost zijn. Voeg dan de tomatenpuree, een scheut azijn en een schep suiker toe, en verwarm dit al roerend totdat de saus voldoende ingedikt is. Giet de saus over het ei; steek hier en daar even een lepel tussen het ei en de wand van de schaal, zodat de saus er ook tussen kan. Laat alles nog even samen doorwarmen in de oven.

Serveer met nasi, varkensvlees in zoetzure saus en babi pangang.

Tip:
Probeer niet ‘Sambal bij?‘ te roepen bij het opdienen; dat is echt té afgezaagd.

Smakelijk!

Stroganoff-saus

Biefstuk, entrecôte of zigeunerschnitzel, gebakken aardappeltjes, boontjes.
En Stroganoff-saus.

Nodig:

  • een ui
  • een paprika
  • een zakje gesneden champignons
  • wodka
  • 1 of 2 teentjes knoflook
  • een blokje runderbouillon
  • 2 kleine blikjes tomatenpuree
  • zout
  • peper
  • tabasco
  • worcestershire saus
  • kookroom

Snipper de ui. Snijd de paprika aan blokjes. Pers of rasp de knoflook. Stamp het bouillonblokje fijn.

Verwarm een beetje olie in een steelpan; neem een olie met niet al teveel smaak, zoals sla- of zonnebloemolie. Fruit hierin de ui. Voeg de paprika toe als de ui een beetje glazig wordt. Doe de champignons erbij als de paprika een beetje zacht wordt. Deksel erop, en zachtjes laten pruttelen op heel laag vuur, totdat de champignons zacht zijn. Dit kan gerust 20-30 minuten duren. Af en toe roeren; verder de deksel goed op de pan houden: de champignons verliezen veel vocht, en je wilt niet dat dat verdampt.

Giet een flinke scheut wodka in de pan, doe de deksel er weer op, en laat nog een minuut of 5 pruttelen. Voeg dan een paar druppels tabasco, een paar druppels worcestershire saus, de knoflook, zout en (witte) peper naar smaak, het bouillonblokje en de tomatenpuree toe. Roeren en kort laten pruttelen.

Roer er een half flesje room door, en laat het spul nog even goed doorwarmen.

Tip:
Biefstuk en entrecôte zijn het lekkerst uit de grillpan.

Smakelijk!