Tag Archives: salami

Grimbergse pasta

Het enige dat Grimbergs is aan deze pasta, is dat ik ‘m in Grimbergen gemaakt heb. Ik had het ook gewoon pelgrimspasta kunnen noemen, maar dan staan er hier straks misschien 20 recepten die allemaal pelgrimspasta heten, dus dat leek me geen handig idee.

Nodig:

  • een kwart pak macaroni
  • een pakje salami (plakjes)
  • 2 flinke tomaten
  • 1 groene paprika
  • een klein potje/blikje worteltjes
  • rode wijn (de goedkoopste die je kunt vinden)
  • zout
  • peper
  • knoflook

Snijd de tomaat, paprika en salami klein.

Kook de macaroni met wat zout. Giet af als hij al dente is. Hij hoeft niet helemaal droog; hij staat nog wel even. Schep af en toe om tot je gaat eten.

Bak de salami aan in het koekenpannetje; olie of boter is niet nodig.

Schep de salami (en zoveel mogelijk van het vrijgekomen vet), tomaat, paprika en worteltjes in het grote pannetje, en zet dit op half vuur. Giet er een flinke scheut wijn bij, en breng op smaak met knoflook en peper. Leg het koekenpannetje er ondersteboven op als deksel, en laat een half uurtje à 3 kwartier pruttelen terwijl je de wijn voorproeft. Laat de groenten liefst helemaal kapot pruttelen, dat maakt de saus lekker dik. Regelmatig omscheppen.

Trek de tweede fles wijn open, schep de macaroni en de saus bij elkaar in een bak, en spork het spul naar binnen terwijl je het wegspoelt met wijn.

(Die tweede fles wijn was ik vergeten, maar die bleek toch redelijk cruciaal.)

Smakelijk!

Cassoulet

cassouletM’n eerste pelgrimsmaaltijd.
Ik ben nog niet vertrokken, maar het leek me een goed idee om de brander en de pannen voor vertrek een keer thuis te proberen.

Dit is mijn pelgrimsvariant op cassoulet; als ik over bijna een half jaar het zuiden van Frankrijk heb bereikt, hoop ik de ‘echte’ een keer te kunnen proeven.

Nodig:

  • 1 kipfilet
  • een paar plakjes salami
  • een paar plakjes ham
  • een potje witte bonen in tomatensaus
  • een potje worteltjes (of 1 of 2 verse)
  • knoflook (lekker veel)
  • ui (poeder of vers)
  • tijm
  • zout
  • peper

Snijd de kipfilet, salami, ham, wortels en eventueel de ui in kleine stukjes. Hak of pers de knoflook.

Verwarm wat olie of boter in het koekenpannetje, en schroei daarin de kip aan alle kanten dicht. Voeg dan de salami en de ham toe, en breng op smaak met zout, peper, knoflook, ui en tijm. Laat lekker even samen pruttelen op hoog vuur.

Haal het koekenpannetje van het vuur, en dim het vuur naar halfhoog. Doe de bonen en de worteltjes in het grote pannetje, en zet die op de brander. Schep als de bonen warm zijn het vlees erdoor, leg het koekenpannetje er als deksel op, en laat het geheel een tijdje lekker samen pruttelen. Regelmatig omscheppen, anders brandt het aan.

Serveer met stokbrood en rode wijn.

Smakelijk!

Bigos

Bigos is Pools en wordt in het Engels Hunter’s stew genoemd, de stoofschotel van de jagers. Ook dit is weer zo’n gerecht waarvoor geen vast recept bestaat: het werd gemaakt van de houdbare zaken die de jagers bij zich hadden, het vlees dat ze schoten, en de planten en paddestoelen die ze vonden in het bos.

Overeenkomsten tussen de verschillende recepten zijn in ieder geval de zuurkool, en dat er meerdere soorten vlees gebruikt worden. Mijn variant is gemaakt van ingrediënten die je kunt krijgen bij een Nederlandse supermarkt. (Eén van de gebruikte vleessoorten is eigenlijk altijd kielbasa, een Poolse worst, maar die heb ik moeten vervangen door cervelaat, omdat de Wateringse C1000 nog niet in de gaten heeft dat een kwart van de inwoners van het Westland inmiddels uit Oost-Europa komt…)

Uiteraard zijn onderstaande hoeveelheden slechts een indicatie.

Nodig:

  • 500 gram zuurkool
  • 250 gram varkenslappen, in blokjes
  • een pakje spekblokjes
  • 100 gram cervelaat of salami, in stukjes of plakjes
  • 200 gram champignons, schoongemaakt en in plakjes
  • 2 laurierblaadjes
  • 1 ui, gesnipperd of in halve ringen
  • 1 blikje tomatenpuree
  • 2 teentjes knoflook, geraspt of geperst
  • een klein handje kummel (karwijzaad)
  • een paar jeneverbessen, gekneusd
  • 1 à 2 theelepels paprikapoeder
  • een eetlepel marjolein
  • een fles witte wijn
  • zout
  • zwarte peper

Doe de zuurkool in een vergiet, pluk het uit elkaar (met 2 vorken of met je vingers), en spoel het goed af onder de kraan. Laat uitlekken.

Kruid de stukjes varkenslap met zout en peper.
Verwarm wat olie en/of boter in een braadpan, en schroei daarin de stukjes varkensvlees rondom dicht. Doe dan de spek, worst en ui erbij, en bak dit nog even mee tot de ui glazig en zacht wordt.

Voeg paprikapoeder, marjolein, knoflook, laurierblaadjes, jeneverbessen, kummel, tomatenpuree, champignons en zuurkool toe, en schep alles goed door elkaar. Giet tot slot de wijn erbij, en vul aan met water tot alles ‘onder’ staat.

Deksel op de pan, even warm laten worden, vuur laag, en een paar uur laten pruttelen. Veel recepten zijn het erover eens dat je dit eigenlijk in een dag of 3 moet klaarmaken, waarbij je het elke dag een uurtje laat pruttelen en weer afkoelen; ik gok dat de jagers die dit recept verzonnen gewoon een ketel klaarmaakten die groot genoeg was om meerdere dagen van te eten.
Laat tot slot nog een tijdje pruttelen zonder deksel zodat het vocht kan verdampen; regelmatig roeren, anders bakt het vast aan de bodem van de pan.

Voor je het gerecht op tafel zet even de laurierblaadjes eruit vissen.

Je eet dit bij voorkeur met zwaar bruin brood (bijvoorbeeld desembrood), en uiteraard koop je dat dan ongesneden, zodat je er als een echte stoere jager hompen vanaf kunt scheuren. Maar met aardappels mag ook, en ik heb zelfs een recept gezien waarbij er rijst meegekookt werd in de pan.

Tip:
Je hebt hiervoor een grotere braadpan nodig dan je op het eerste oog zou verwachten.
Bovenstaande is genoeg voor 4 volwassenen.

Smakelijk!